Franeker 26 maart 2017

Voorjaar 2017 Veertigdagentijd  •  Sermon  •  Submitted
0 ratings
· 7 views
Notes
Transcript
Sermon Tone Analysis
A
D
F
J
S
Emotion
A
C
T
Language
O
C
E
A
E
Social
View more →

Welkom

Zingen Lied 281 1,3,4

Bemoediging en groet

Ook vandaag zijn wij hier bij elkaar gekomen in het vertrouwen
Dat onze hulp is de naam van de Heer
Die hemel en aarde geschapen heeft
Leven mogelijk maakt altijd weer
Hij is de brond van leven
Door zijn licht zien ook wij licht
Van eeuwigheid tot eeuwigheid
Verheugt u
Amen

Zingen Lied 281, 5 en 6

Gebed vanuit de woorden van psalm 36

–13 (NBV)
6 heer, hoog als de hemel is uw liefde,
tot in de wolken reikt uw trouw,
7 uw gerechtigheid is als de machtige bergen,
uw rechtvaardigheid als de wijde oceaan:
u, heer, bent de redder van mens en dier.
8 Hoe kostbaar is uw liefde, God!
In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen,
9 zij laven zich aan de overvloed van uw huis,
u lest hun dorst met een stroom van vreugden,
10 want bij u is de bron van het leven,
door úw licht zien wij licht.
11 Toon aan uw getrouwen gedurig uw liefde,
aan de oprechten van hart uw gerechtigheid.
12 Laat de voet van hoogmoedigen mij niet vertrappen,
de hand van goddelozen mij niet verjagen.
13 Daar liggen zij die verderf zaaiden – gevallen,
neergestoten, zonder kracht om op te staan.
Trouwe God,
Wij zijn hier gekomen uit een wereld
Waar verderf, rottigheid overal is
Wij bidden tot U
Dat wij Uw licht blijven zien
Open blijven voor wat U ons wilt zeggen
En voor de wegen die U ons toont
Wees hier bij ons God
Zoals U eens beloofd hebt
Bij ons te zijn als we in Uw naam bijeen zijn
Amen

Zingen Lied 655 1,2,3

Eerste Lezing Paulus vertelt over zijn bekering, een weg van duisternis naar licht, naar God.

Acts 26:11–18a NBV
In de synagogen probeerde ik keer op keer hen door strafmaatregelen te dwingen hun geloof af te zweren; ik bestreed hen zo vurig dat ik hen zelfs in de steden buiten onze grenzen vervolgde. Zo was ik eens, met een volmacht van de hogepriesters en in hun opdracht, op weg naar Damascus, toen ik midden op de dag zag hoe een licht uit de hemel, feller dan de zon, mij en mijn reisgenoten omstraalde. We vielen allen op de grond en ik hoorde een stem in het Hebreeuws tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Je kwelt jezelf door je zinloze halsstarrigheid!” Ik vroeg: “Wie bent u, Heer?” De Heer antwoordde: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar kom nu overeind, sta op, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen, naar wie ik je uitzend om hun de ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk.”
Acts 26:11–18 NBV
In de synagogen probeerde ik keer op keer hen door strafmaatregelen te dwingen hun geloof af te zweren; ik bestreed hen zo vurig dat ik hen zelfs in de steden buiten onze grenzen vervolgde. Zo was ik eens, met een volmacht van de hogepriesters en in hun opdracht, op weg naar Damascus, toen ik midden op de dag zag hoe een licht uit de hemel, feller dan de zon, mij en mijn reisgenoten omstraalde. We vielen allen op de grond en ik hoorde een stem in het Hebreeuws tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Je kwelt jezelf door je zinloze halsstarrigheid!” Ik vroeg: “Wie bent u, Heer?” De Heer antwoordde: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar kom nu overeind, sta op, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen, naar wie ik je uitzend om hun de ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk.”
Handelingen
Handelingen 26

Zingen Lied 612

Tweede lezing, uit de brief aan de Efeziërs over licht en nieuw leven
Ephesians 5:8–14 NBV
want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. Onderzoek wat de wil van de Heer is. Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar, en alles wat openbaar wordt, is zelf licht. Daarom staat er: ‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen.’

Zingen Lied 600

Overdenking

Er zat een rups langs de weg. En hij zat heel erg stil. Hij zei niemand gedag. Zo kenden de dieren hem helemaal niet. Normaal was rups altijd degene die HALLO schreeuwde nog voordat je hem had gezien. Hé wat is er rups, zei sprinkhaan, HE WAT IS ER, riep hij, GEEF EENS ANTWOORD! Maar de rups bleef zitten, stil, en zei nog steeds niks. Kun je niet opstaan rups, zei mier, wacht maar ik help je wel even. http://www.karendevries.nl/wordpress/wp-content/uploads/Cup_moth_caterpillar-300x264.jpg En hij stak zijn handen onder rups zijn armen en hees hem overeind maar op zijn eigen benen staan dat deed rups niet. Mier liet hem maar weer zakken, en zo zat hij daar weer stil, en zei niks, die rups. Ook het duwen van de tor, en het kietelen van de meikever, en het blazen van de krekel, en het smeken van de bij, en het spugen van de vlieg, en het schelden van de duizendpoot, hielp helemaal niks. Toen kwam het lieveheersbeestje voorbij. Eerst keek hij maar eens goed. Hij zei niks en hij deed niks. Hij ging alleen maar zitten. Naast rups. Langs de weg. Zo zat hij daar een dag. En een nacht. En nog een dag. En na drie dagen hoorde hij zachtjes kraken. Dat was de rups… die open ging. Aha, zei het lieveheersbeestje. Ik wist wel dat je het in je had. Toe maar… wees niet bang En in het licht van de eerste zonnestralen, sloeg de vlinder zijn vleugels uit. Toon Tellegen
Licht brengt verandering teweeg. Kijk maar naar de afgelopen week. Mensen lijken wel tot leven te komen, doen zich tegoed aan de zon. Gaan wandelen, nemen vrij, praten over maaitiid en luisteren naar vogels. Licht brengt nieuw leven en maakt wat leeft weer levendig. Het is mooi dat Toon Tellegen dit verhaal over de rups zo vertelt. We zijn zo gewend met onze hersens te leven, dat we vergeten dat er een soort wonder gebeurt. Oh, ja, natuurlijk alles is te verklaren vanuit de biologie. Maar wetenschap maakt het leven dan doods. Zie die rups die zich ontpopt en verwonder je over het leven.
Het lijkt wel een enorme stap. Van dit verhaal naar het verhaal van de bekering van Paulus. Maar laten we het lezen met de verwondering over een rups die vlinder wordt in ons achterhoofd. Paulus, die toch nog Saul heette, was een fanatiek vervolger van Joden die Jezus als de messias zagen. Hij was onderweg voor dit werk, omdat hij gehoord had van een groep ‘mensen van de weg’ in Damascus. Een enorm licht overstraalde hem en in een beweging had hij een ontmoeting met Jezus en ontving hij zijn opdracht om de andere volken te vertellen over Jezus. Dat was wel een behoorlijk ommekeer in zijn leven. En van fanatiek vervolger werd hij fanatiek verkondiger. Hij bleef wie hij was, een man met enorme inzet. Maar toch werd hij anders door zijn ontmoeting met Jezus, en met het licht dat hem leven bracht. Hij stond op en werd dienaar. Dat was wat er veranderde niet hij zelf, maar wel zijn inzet en zijn drijfveer. Als hij deze verandering niet had ondergaan was hij misschien in de geschiedenis totaal vergeten, maar nu is hij toch tot een vlinder ontpopt en wordt er nu nog over hem gesproken en geschreven, maar altijd vanuit het licht dat hem overstraalde.
Wat ook mooi is, is dat Paulus dit vertelt aan de Romeinse heerser, als hij zich verdedigt tegen de aanklachten die Joodse leiders tegen hem hebben in gebracht. Daarna wordt Paulus ingescheept om op weg te gaan naar Rome. Paulus verdedigt zich met een verhaal over wat hem verwondering heeft gebracht en leven en een opdracht. Hij was een geleerd man en had zich best op grond van wetten en argumenten kunnen verdedigen. Maar dat deed hij niet, hij liet zich leiden door zijn opdracht die hij had ontvangen van degene die hem nieuw leven had gegeven.
Wat gebeurt er dan als dat licht over mensen of over de aarde schijnt? Licht wordt altijd verbonden met God en leven, en met Jezus als degene in wie Gods licht zichtbaar wordt en die het over ons doet stralen. Door de aanraking met het licht worden we mensen van het licht. Dat betekent niet dat je een ander mens wordt, maar er verandert wel iets, waardoor er ook gesproken wordt over de nieuwe mens. Je kijkt met nieuwe ogen, anders. En dat komt alleen door het licht, alsof God zelf je raakt en de vervreemding opheft, het vertrouwen herstelt. En dat heeft gevolgen, duurzame gevolgen, want je leeft meer in overeenstemming met wie je bent en met wie je ten diepste mens maakt.
Je levenstijl verandert. Dat is niet een persoonlijke prestatie of iets wat je moet presteren, maar het is je gegeven en wordt aan alle mensen gegeven. De zon gaat op over iedereen. De schrijver van de brief legt het zo uit. Het licht laat zien wat duister is. Het ontmaskert wat wordt gedaan uit motieven die onrecht en onwaarheid en liefdeloosheid als achtergrond hebben en dus ook als gevolg hebben. Als het licht daarover schijnt komt het aan het licht. Maar het komt ook in het licht te staan. En dan wordt het licht. Het verandert, er vindt een transformatie plaats. Alles dat en iedereen die door het licht wordt geraakt krijgt een andere gedaante, net als de vlinder. Het is net alsof God een hand reikt naar de schepping en leven geeft.
En zo is het licht productief, het levert iets op. In het leven dat werkelijk tot leven komt en een andere vorm en manier van leven aanneemt. Het licht brengt zo goedheid, gerechtigheid en waarheid voort. Goedheid heeft altijd te maken met God. God is goed, en daarom wordt de mens geroepen goed te zijn, ja meer, hij wordt er toe omgevormd. Goed verwijst naar God als je de e van ego eruit haalt. Goed heeft alles te maken met liefde en trouw. Goed zegt iets over goed doen, maar dan niet omdat het moet, maar omdat het licht in jou vorm krijgt.
Gerechtigheid is God en wordt door God gegeven. Gerechtigheid vertaalt zich in goede relaties, mensen die elkaar recht en ruimte geven en daardoor zelf tot hun recht komen en ruimte ontvangen. En zo heeft ook gerechtigheid te maken met liefde en trouw.
En dan als laatste waarheid. Hier komen we weer op gevaarlijk terrein. Waarheid heeft hier niets te maken met onze definitie van waar, als iets dat bewezen is en opnieuw bewezen kan worden. Waarheid heeft altijd te maken met datgene of diegene waarop je kunt vertrouwen. Het betekent betrouwbaar, het zal blijken dat het waar is, dat je er op kunt vertrouwen, dat het integer is en vast, en oprecht. En dat Hij nooit loslaat wat zijn hand begon. Ook hier gaat het over God. En door het licht vormen zich deze eigenschappen ook in ons.
De drie termen geven als het ware beeld vanuit drie oogpunten naar wat er gebeurt als het licht ons raakt en vormt. En als alle drie gezichtspunten in ons beginnen te stralen worden we mensen die vrede voortbrengen. Als we bij de vlinder blijven, dan slaan we onze vleugels uit en stralen we vrede in prachtige kleuren. Bijna te mooi om te geloven misschien? Ja misschien wel, want we weten allemaal dat duisternis bij ons leven hoort. Toch mogen we erop vertrouwen dat het licht ons zoekt en blijft raken. Net zoals het elk jaar weer lente wordt.
Alles wat door het licht wordt beschenen en zichtbaar wordt, is zelf licht.
Ontwaak uit uw slaap
sta op uit de dood
en Christus zal over u stralen.
Amen

Orgelspel

Dank- en voorbeden, Onze Vader

Trouwe, liefdevolle God
Wij danken U
Dat we hier samen zijn
Dat U ons omstraalt
Zelfs als we dat niet merken of zien
Het leven is soms best donker
De weg die gegaan moet worden
Niet altijd goed zichtbaar
Wat zijn we rijk
Als gemeente
Dat we elkaar hebben
Dat we trouw zijn aan elkaar
Niet altijd persoonlijk misschien
Maar wel als gemeente
Wij vragen Uw liefde en goedheid
Voor allen die daar naar verlangen
Omdat hun leven zwaar is
Om welke reden dan ook
Wees bij wie ziek is
Bij wie zorgt
Bij wie rouwt
Bij wie zoekt
Bij ons
Stil gebed
Onze vader
Die in de hemel zijt
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede
Gelijk in de hemel alszo ook op aarde
Geef ons heden ons dagelijks brood
Vergeef ons onze schulden
Zoals ook wij vergeven onze schuldenaren
En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van den boze
Want van U is het Koninkrijk
En de kracht
En de heerlijkheid
In eeuwigheid
Amen

Zingen Als je geen liefde hebt voor elkaar

Opdracht en zegenbede

Dan gaan we nu weer van hier naar de plek waar we ons leven leiden. Als we de brief verder zouden lezen horen we een goede opdracht.

15 Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16 Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17 Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. 18

Laten we we deze woorden de week weer in gaan en vragen we daarbij om Gods zegen.
Numbers 6:24–26 NBV
“Moge de heer u zegenen en u beschermen, moge de heer het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de heer u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.”
Amen
Numeri 6.24-26

Zingen Lied 425

Related Media
See more
Related Sermons
See more